Een nieuw rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bundelt uitgebreide gegevens over fysieke gezondheid, sociale relaties en mentaal welzijn van 227 441 jongeren van 11 tot 15 jaar in 45 landen. Het rapport onthult dat jongeren in toenemende mate mentale gezondheidsproblemen hebben, ook in Vlaanderen. Verder toont het rapport aan dat Vlaamse jongeren meer groenten en fruit eten, met minder overgewicht en obesitas kampen, minder pestgedrag vertonen en minder roken in vergelijking met hun internationale leeftijdsgenoten. Ze zijn daarentegen minder tevreden over hun gezondheid, gaan minder graag naar school en drinken meer alcohol.
Een
aantal algemene conclusies
Het nieuwste rapport van de Health
Behaviour in School-aged Children (HBSC) studie werd vandaag door de WHO gelanceerd
en schetst een aantal positieve bevindingen: jongeren uit Europa en Canada rapporteren
een hoge levenstevredenheid, ervaren in sterke mate steun van familie en
vrienden en roken minder dan voorheen. Maar er zijn ook een aantal
verontrustende resultaten. Slecht de helft van alle jongeren eet dagelijks
fruit en groenten, amper één op de vijf jongeren haalt de bewegingsnorm van 60
minuten matige fysieke activiteit per dag en alsmaar meer jongeren ervaren een
hoge schooldruk. Bovendien toont het rapport aan dat een toenemend aantal
jongeren een slechte mentale gezondheid rapporteert. Één op de vier jongeren ervaart
regelmatig slaapproblemen en voelt zich zenuwachtig en humeurig. Dit
onderschrijft de nood aan een verdere uitbouw van initiatieven ter bevordering
van de mentale gezondheid van jongeren, zeker in het licht van de huidige COVID-19
pandemie.
“Dat steeds meer jongens en meisjes in de hele Europese regio een slechte mentale gezondheid rapporteren, roept grote bezorgdheid op”, zegt Dr. Hans Henri P. Kluge, regionaal directeur van WHO Europa. “Hoe we vandaag reageren op deze gezondheidsuitdaging zal bepalend zijn voor de toekomst. We moeten investeren in jongeren, door bijvoorbeeld de toegang tot de geestelijke gezondheidszorg te verbeteren en deze af te stemmen op hun noden. Dit zal gezondheids-, sociale en economische voordelen opleveren voor de jongeren van vandaag, de volwassen van morgen en toekomstige generaties”, voegt hij toe.
Het rapport onthult ook grote socio-economische
verschillen. Zo rapporteren jongeren uit minder welvarende gezinnen niet alleen
een slechtere gezondheid en meer risicogedragingen (zoals alcoholconsumptie,
een gebrek aan fysieke activiteit en ongezonde voedingsgewoonten), maar ook
beschikken ze over minder sociale middelen, zoals steun van familie en
vrienden. De strijd tegen sociale ongelijkheid blijft dus prioritair voor
nationale en internationale gezondheidsorganisaties.
Tot slot wijst het rapport op grote
verschillen tussen de landen, wat aantoont dat de sociale omgevingscontext (zoals
het aanbod aan gezondheidsvoorzieningen, heersende culturele waarden, het
sociale zekerheidssysteem en de mate waarin de omgeving uitnodigt tot gezonde
keuzes in een land) een belangrijke invloed uitoefent op de gezondheid van
jongeren. Gezondheidsbevorderende interventies moeten zich daarom niet alleen
richten tot de jongeren zelf, maar ook de omgevingscontext in acht nemen.
Vlaanderen
in vergelijking met Europa en Canada
Vlaamse jongeren scoren op een
aantal vlakken beduidend beter dan het internationale gemiddelde. Zo hebben ze
onmiskenbaar betere eetgewoonten.
Vlaanderen spant samen met Wallonië de kroon voor wat betreft de dagelijkse consumptie
van groenten en fruit. Ook ligt het aandeel jongeren dat dagelijks ontbijt
hoger in Vlaanderen dan in vele andere landen. Er is echter wel één werkpunt.
Hoewel de dagelijkse consumptie van frisdranken bij Vlaamse jongeren sterk
afgenomen is sinds 2014, ligt het aandeel nog steeds boven het internationale gemiddelde.
De goede eetgewoonten van Vlaamse
jongeren verklaren mogelijk de lagere
prevalentie van overgewicht en
obesitas in Vlaanderen. Terwijl in bijna één derde van de deelnemende
landen het aandeel jongeren met overgewicht en obesitas sinds 2014 toegenomen
is tot meer dan 25%, is het aandeel jongeren met overgewicht en obesitas in
Vlaanderen relatief stabiel gebleven op 15%. In tegenstelling tot deze
positieve cijfers is het aandeel meisjes dat zichzelf als te dik beschouwt beduidend
hoger in Vlaanderen dan in andere deelnemende landen.
Vlaamse jongeren vertonen ook minder pestgedrag dan hun leeftijdsgenoten in vele andere landen, wat er
kan op wijzen dat de antipestcampagnes in Vlaanderen hun effect niet gemist
hebben. Wat betreft cyberpesten, behoort Vlaanderen zelfs tot de top-5 landen
met de laagste cijfers.
De gunstige positie van Vlaanderen
gaat echter niet op voor alle gezondheidsaspecten. Het aandeel jongeren dat hun
gezondheid als uitstekend beoordeelt, ligt in Vlaanderen beduidend lager in
vergelijking met het internationale gemiddelde. Vlaanderen behoort tot de
top-10 landen met de laagste scores en bovendien is het aandeel in Vlaanderen
sinds 2014 sterk gedaald, terwijl dit op internationaal niveau vrij stabiel
gebleven is. Wat betreft aspecten van mentale
gezondheid, is het aandeel 13- en 15-jarigen dat zich regelmatig
zenuwachtig en humeurig voelt ongeveer 5% lager dan het internationale
gemiddelde, al kan je een score van 20% voor Vlaanderen niet als goed beschouwen.
Daarenboven ligt het aandeel jongeren dat regelmatig slaapproblemen ervaart
beduidend hoger in Vlaanderen dan in andere deelnemende landen, voornamelijk
bij de groep van 11-jarigen. Een mogelijke oorzaak van deze hoge prevalentie
van slaapproblemen is het intensief
gsm-gebruik bij Vlaamse jongeren. Vlaanderen behoort tot de top-10 landen
waar jongeren gedurende de hele dag contact hebben met anderen via sociale
media.
De resultaten voor risicogedragingen leveren geen eenduidig
beeld op. Vlaanderen behoort tot de landen met het laagste aandeel rokers
onder de jongeren, maar scoort daarentegen niet goed voor wat betreft
alcoholconsumptie bij de groep van 15-jarigen. Meer dan 50% van de Vlaamse
jongeren in deze leeftijdsgroep gaf aan in de afgelopen maand alcohol gedronken
te hebben, tegenover een internationaal gemiddelde van 40%. Voor wat beweging
betreft, ligt het percentage Vlaamse jongeren dat voldoet aan de bewegingsnorm
van 60 minuten matige fysieke activiteit in lijn met het internationale gemiddelde
van ongeveer 20%.
Tot slot staat Vlaanderen voor een
belangrijke uitdaging voor wat betreft
de schoolbeleving van jongeren. Hoewel Vlaamse jongeren minder schooldruk
ervaren dan het internationale gemiddelde, rapporteren ze een lagere schooltevredenheid
dan hun leeftijdsgenoten in vele andere landen. In de leeftijdsgroep van
15-jarigen behoort Vlaanderen tot de top-3 van laagst scorende landen.
Over de studie
In totaal namen 227 441 adolescenten uit 45 verschillende landen en regio’ binnen Europa en Noord-Amerika deel aan de 2017/2018 Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) studie. De studie wordt vierjaarlijks uitgevoerd in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en peilt naar de gezondheid, de gezondheidsgedragingen en de sociale omgeving van 11-, 13- en 15-jarige adolescenten. Vlaanderen neemt sinds 1989 deel aan de studie met steun van de Vlaamse overheid, Agentschap Zorg en Gezondheid. De HBSC-data worden op internationaal, nationaal en regionaal niveau gebruikt om nieuwe inzichten te verwerven in de gezondheid en het welzijn van jongeren en informeren beleid en praktijk om de gezondheid van jongeren te verbeteren. In de toekomst zal de HBSC studie een belangrijke informatiebron vormen om de gevolgen van de COVID-19 pandemie op de fysieke en de mentale gezondheid van jongeren te bestuderen.
Meer informatie
Het volledige rapport lees je hier. Een beknopte samenvatting met enkele opmerkelijke resultaten voor Vlaanderen in een internationale context vind je hier.