Mentale gezondheid in Europa, Centraal-Azië en Canada: meisjes hebben het zwaarder dan jongens

De recente HBSC-studie onthult dat een kwart van de 15-jarige meisjes zich meestal of altijd eenzaam voelt. Dit benadrukt de nood voor geestelijke gezondheidsinterventies specifiek afgestemd op vrouwen en meisjes.

Deze post is gebaseerd op het internationale persbericht van WHO Europe Office

Adolescente meisjes ervaren over de ganse lijn een slechtere mentale gezondheid in vergelijking met jongens. Deze ongelijkheden nemen bovendien toe naarmate ze ouder worden, waarbij 15-jarige meisjes de meest zorgwekkende resultaten laten zien. Zo blijkt uit een nieuw rapport van WHO Europe office dat vandaag op Werelddag Geestelijke gezondheid werd gelanceerd.

Het rapport “Focus on adolescent mental health and well-being in Europe and Central Asia” is gebaseerd op gegevens uit de Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) studie 2021/2022. Deze enquête bevroeg de gezondheid, gezondheidsgedragingen en de sociale omgeving van bijna 280.000 jongens en meisjes in 44 landen in Europa, Centraal-Azië en Canada.

Opmerkelijk is dat meisjes systematisch een lagere levenstevredenheid, slechter mentaal welzijn en zelf gerapporteerde gezondheid rapporteerden. Ze meldden ook vaker gevoelens van eenzaamheid in vergelijking met jongens, waarbij ongeveer een kwart van de 15-jarige meisjes aangaf zich meestal of altijd eenzaam te voelen in het afgelopen jaar, tegenover ongeveer één op zeven jongens.

Een langdurig patroon

Hoewel er aangenomen wordt dat de COVID-19-pandemie en de genomen maatregelen een rol hebben gespeeld, blijkt uit het rapport dat deze factoren niet de enige verklaring kunnen zijn. Al sinds 2018 – dus voor de pandemie – was er al een afname in de levenstevredenheid en de zelf gerapporteerde gezondheid van de adolescenten op te merken, met name bij meisjes. Tegelijkertijd werd er sinds 2014 een stijging in gezondheidsklachten, zoals slaapproblemen, rugpijn, hoofdpijn en neerslachtigheid vastgesteld.

Dr. Hans Henri P. Kluge, Regionaal Directeur WHO Europe, stelt: “Het is onze collectieve verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat ze de ondersteuning en middelen krijgen die ze nodig hebben om deze uitdagingen succesvol aan te gaan. Vorige maand heeft WHO/Europe het Youth4Health Network gelanceerd, dat jongeren een plaats aan tafel zal geven bij de beslissingen over hun gezondheid en welzijn. Vandaag – op Werelddag Geestelijke Gezondheid –benadrukken we het cruciale belang van de geestelijke gezondheid van jongeren.”

De enquête onthulde ook dat één op de drie adolescenten zich in de afgelopen zes maanden vaker dan eens per week zenuwachtig of prikkelbaar voelde. Een op de vier meldde slaapproblemen (29%) en/of gevoelens van neerslachtigheid (25%). Een op de vijf (20%) meldde frequent hoofdpijn te ervaren.

Het rapport bevestigt verder opnieuw duidelijke verschillen in mentale gezondheid naargelang socio-economische status, waarbij de algehele gezondheid slechter is bij adolescenten uit minder welvarende gezinnen.

Vroegtijdige interventies met een focus op scholen

De bevindingen benadrukken het belang van vroegtijdig ingrijpen. Hoewel niet alle adolescenten die een slechte mentale gezondheid ervaren specialistische behandelingen zoals van een psycholoog of psychiater nodig zullen hebben, kunnen ze hier op langere termijn wel nood aan hebben indien dergelijke klachten niet onmiddellijk worden aangepakt. Scholen kunnen hierin een cruciale rol spelen omdat ze in de meeste landen als het eerste contactpunt fungeren voor adolescenten met mentale gezondheidsproblemen.

Het monitoren van het mentaal welzijn van kinderen en adolescenten, zoals via de HBSC-enquêtes, kan helpen bij het beoordelen van de impact van nationale of regionale initiatieven om de geestelijke gezondheid en het welzijn te verbeteren. Jo Inchley, HBSC International Coordinator, merkte op: “Met de lange termijn trends van HBSC kunnen we de impact van bredere maatschappelijke veranderingen en individuele levensstijlen op de gezondheidsresultaten voor adolescenten volgen. Belangrijk is dat het ons in staat stelt om te luisteren naar de jongeren zelf over wat voor hen belangrijk is en welke factoren hun gezondheid en welzijn beïnvloeden. Hoewel er veel uitdagingen zijn om aan te pakken, benadrukt de data ook het belang van het bieden van zorgzame en ondersteunende omgevingen waarin adolescenten kunnen gedijen.”

Dr. Kluge concludeerde: “De bevindingen uit deze enquête zijn verontrustend. Jongeren vertellen ons dat ze zich niet goed voelen, en het is aan ons, volwassenen en besluitvormers, om naar hen te luisteren en actie te ondernemen. Onze enquête benadrukt de dringende behoefte aan meer op maat gemaakte geestelijke gezondheidsinterventies voor meisjes en vrouwen, zowel op scholen als thuis en in de gemeenschap. En hoewel jongens mogelijk niet dezelfde mate van geestelijke gezondheidsproblemen melden, moeten zij ook worden gesensibiliseerd om te letten op tekenen van ongemak, angst of eenzaamheid, zowel bij zichzelf als bij anderen. Samen kunnen we ervoor zorgen dat geestelijke gezondheid echt overal in onze regio van belang is.”

E-sigaret in opmars bij Vlaamse jongeren

Een nieuwe reeks resultaten van de HBSC-bevraging bij 20.000 Vlaamse jongeren tussen 11 en 18 jaar toont dat ze meer vapen. Het percentage jongeren dat de voorbije maand minstens eenmaal een e-sigaret gebruikte, verdubbelde tussen 2018 en 2022 van 5,1% naar 11,9%. Ook het aandeel jongeren dat de afgelopen maand minstens eenmaal gerookt heeft, nam licht toe van 8,8% in 2018 naar 10,1% in 2022. Er is daarbij duidelijke een verschil naargelang opleidingsvorm: beduidend meer jongeren uit het bso dan uit het aso roken en vapen.

Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits: “De resultaten van deze studie geven aan hoe belangrijk preventie en sensibilisering is. Wie te veel alcohol drinkt of rookt, loopt risico’s op het vlak van zijn of haar gezondheid. Vanuit Vlaanderen lopen er acties zoals een sensibiliseringscampagne van Kom op tegen Kanker over roken bij jongeren die we mee financieren en de verzamelbundel Nognito om klasgesprekken over alcohol te voeren. Het zijn inspanningen die we blijvend moeten leveren.”

De HBSC-studie verzamelt gegevens van wat jongeren zelf rapporteren over hun gebruik van sigaretten en e-sigaretten, alcohol en cannabis.

De voornaamste bevindingen: 

 Alcohol

  • Het aandeel jongeren dat minstens eenmaal in voorbije 30 dagen alcohol consumeerde, nam licht af: van 35,0% in 2018 naar 33,1% in 2022
  • Jongens drinken frequenter dan meisjes (enkel voor wijn werd er geen geslachtsverschil gevonden), vooral qua bierconsumptie is er een groot verschil: 15,4% van de jongens geeft aan wekelijks bier te consumeren vs. 8,2% van de meisjes. Die frequentie ligt voor alle dranken hoger bij jongeren uit het bso dan uit het aso.

Roken

  • Het aandeel jongeren dat minstens eenmaal in voorbije 30 dagen rookte, nam licht toe van 8,8% in 2018 naar 10,1% in 2022.
  • Opvallend is de toename in het gebruik van de e-sigaret; dubbel zoveel jongeren gaf aan de voorbije maand minsten eenmaal een e-sigaret te hebben gebruikt: van 5,1% in 2018 naar 11,9% in 2022.
  • Jongeren uit het bso roken meer sigaretten dan in het aso: 26,6% van de bso-jongeren gaf aan de voorbije maand te hebben gerookt vs. 11,9% in het aso. Hetzelfde zien we bij de e-sigaret: 27,6% in het bso vs. 15,9% in het aso.
  • Wat ook opvalt is een behoorlijke stijging van het roken bij de 15-16-jarigen en dan vooral bij de meisjes. Waar in 2018 nog 9,5% van de meisjes antwoordde de voorbije maand te hebben gerookt, is dat in 2022 14,0%.

Stefaan Hendrickx van het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw: “De verdubbeling in het laatstemaandgebruik van de e-sigaret is opmerkelijk. Uit de leerlingenbevraging van de VAD weten we dat de overgrote meerderheid van de e-sigaretgebruikers jongeren zijn die al roken of eerder gerookt hebben.”

Suzanne Gabriels van Stichting tegen Kanker:  “We denken niet dat de e-sigaret de plaats van de sigaret inneemt bij jongeren. Integendeel: beide vormen van nicotinegebruik zitten in stijgende lijn.”

Cannabis

Algemeen bleef cannabisgebruik stabiel tussen 2018 en 2022. In 2018 gaf 7% van de jongeren aan de voorbije maand  cannabis te hebben gebruikt, in 2022 7,1%. Het cannabisgebruik was het meest prevalent bij de jongens in vergelijking met de meisjes. Zo gaf respectievelijk 8,4% van de jongens aan de voorbije 30 dagen gebruikt te hebben tegenover 5,8% bij de meisjes.

Een overzicht van de onderzoeksresultaten kunt u raadplegen op de materialen sectie van deze website.

Jongeren slapen te weinig en eten ongezonder, maar bewegen meer en drinken minder frisdrank

Een nieuwe reeks onderzoeksresultaten van de 4-jaarlijkse HBSC-studie bij 20.000 Vlaamse jongeren toont dat ze meer water en minder gesuikerde frisdrank drinken dan 4 jaar geleden, maar dat minder jongeren elke dag groenten eten. Er is ook een sterke daling van het aandeel jongeren dat elke dag ontbijt op weekdagen en een toename van het aantal jongeren met overgewicht en obesitas. Minder jongeren halen ook de aanbevolen hoeveelheid uren slaap per nacht. Het aandeel jongeren dat voldoende beweegt neemt dan weer verder toe, al is dit enkel bij de jongens.

Voedingsgewoonten bij jongeren

De studie bevroeg in 2022 een aantal voedingsgewoonten bij jongeren. Ten opzichte van de resultaten uit 2018 zijn er zowel positieve als negatieve evoluties:

  • Water- en frisdrankconsumptie evolueerden in gunstige zin: het aandeel jongeren dat dagelijks water dronk, nam toe van 86,4% in 2018 naar 87,6% in 2022 en voor frisdrank nam het aandeel licht af van 24,1% in 2018 naar 22,6% in 2022
  • Groenteconsumptie evolueerde in ongunstige zin: het aandeel jongeren dat dagelijks groenten at, nam sterk af van 61,9% in 2018 naar 54,5% in 2022
  • De fruitconsumptie bleef stabiel (2018: 37,5%; 2022: 36,5%)
  • Het aandeel jongeren dat dagelijks ontbeet op weekdagen nam sterk af van 68,6% in 2018 naar 58,6% in 2022

Jolien Plaete, voedingsexperte bij het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw (Gezond Leven vzw): “De voorbije jaren is er in scholen sterk ingezet op een gezond drankenbeleid, met meer aanbod van water en minder frisdranken. Mogelijk zien we hiervan het resultaat in deze studie. We moeten nog meer inzetten op het creëren en promoten van een gezond aanbod in omgevingen waar jongeren vaak aanwezig zijn, bijvoorbeeld in en rond de school. In de studie zien we ook duidelijk dat jongeren uit het aso er gezondere voedingsgewoonten op nahouden dan jongeren uit het bso. Met projecten zoals Snack&Chill en Oog voor Lekkers werken we al naar de scholen, die inspanningen moeten we verder zetten.”

Overgewicht en lichaamsbeeld

Het aandeel jongeren met overgewicht en obesitas nam van 13,8% in 2018 sterk toe naar 21,7% in 2022.

Beduidend meer meisjes (47,5%) dan jongens (26,7%) volgde een dieet of dacht dit te moeten volgen en meisjes zijn over het algemeen minder tevreden over hun lichaam (60,9%) dan jongens (86,4%).

Loes Stukken van Kenniscentrum eetexpert: “De stijging in de prevalentiecijfers van overgewicht en obesitas bij jongeren ligt in lijn met de stijging die in de corona-gezondheidsenquêtes bij volwassenen is geobserveerd. Jongeren leven niet los van hun gezin, een negatieve impact van corona op het leefgedrag binnen hun gezin heeft dus ook een invloed op hen.”

Beweging en zitgedrag bij jongeren

Ook op het vlak van beweging toont de studie een wisselend beeld. Iets meer jongeren bewegen elke dag voldoende (van 17,5% in 2018 naar 20,1% in 2022). Maar minder jongeren halen de aanbeveling voor sedentair gedrag: ze zitten dagelijks meer dan 2 uur achter een scherm (van 7,8% in 2018 naar 5,0% in 2022).

Op het vlak van beweging is er een groot verschil tussen jongens en meisjes: meer jongens (25,5%) dan meisjes (14,0%) bewegen elke dag voldoende.

Luc Lipkens, bewegingsexpert van Gezond Leven vzw: “Het is zeer positief dat er een verdere stijging is bij de jongens die elke dag voldoende bewegen, een stijging die sinds 2014 ingezet is. Niettemin zijn er nog altijd 3 op de 4 jongens die niet elke dag 60 min bewegen. Bij de meisjes zien we helaas geen vooruitgang. Uit internationaal onderzoek weten we dat meisjes onvoldoende aangemoedigd worden door leerkrachten, ouders en vriendinnen. Meisjes ervaren verschillende drempels zoals minder aanbod voor meisjes, een te sterke competitiesfeer rond beweging gekoppeld aan een laag zelfvertrouwen over het kunnen bewegen, een onveiligheidsgevoel om te voet of met de fiets te gaan of zich oncomfortabel voelen bij het bewegen. Enkele van deze drempels worden aangepakt met het recent gelanceerde SWEEP. Via SWEEP.be kunnen jongeren activiteiten vinden die aansluiten bij hun interesses.”

Slaap

Tot slot bevroeg het onderzoek ook een aantal slaapgewoontes bij jongeren.

  • Het aandeel 11- tot 12-jarige jongeren dat tijdens schooldagen niet elke nacht de aanbevolen 9 uur slaap haalde, nam toe van 44,8% in 2018 naar 51,4% in 2022
  • Het aandeel 13- tot 18-jarige jongeren dat tijdens schooldagen niet elke nacht de aanbevolen 8 uur slaap haalde nam toe van 57,7% in 2018 naar 67,3% in 2022
  • Het aandeel jongeren dat een slechte slaapkwaliteit rapporteerde, nam toe van 40,3% in 2018 naar 48,4% in 2022

Vlaamse jongeren rapporteren meer seksueel grensoverschrijdend gedrag

Vlaamse jongeren geven aan meer te maken te krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Een grote bewustwording over grensoverschrijdend gedrag kan daarvoor een mogelijke verklaring zijn. Net als in 2018 heeft ongeveer 1 op de 5 jongeren geslachtsgemeenschap (seks) gehad. Het gebruik van het condoom en de pil als voorbehoedsmiddelen neemt af. Dat blijkt uit het tweede deel van de grote 4-jaarlijkse internationale HBSC studie waaraan ook 20.000 Vlaamse jongeren tussen 11 en 18 jaar deelnamen.

Het aantal jongeren dat seksueel actief is, neemt zoals verwacht toe naarmate de leeftijd stijgt. Het hoogste percentage seksueel actieve jongeren werd gevonden onder de 17- tot 18-jarigen (42,5%) en het laagste percentage onder de 13- tot 14-jarigen (4,0%).

Hoofdonderzoeker dr. Maxim Dierckens: “In 2022 gaf 22,2% van de jongeren aan seks te hebben gehad. Dat is zo goed als hetzelfde resultaat als in de vorige bevraging uit 2018. Wat betreft het gebruik van anticonceptiemiddelen zien we wel verschillen. Zo gebruikten minder jongeren een condoom tijdens het eerste seksueel contact: een daling van 72,4% in 2018 naar 64,3% in 2022. Vragen we naar het laatste seksueel contact, dan blijft het condoomgebruik stabiel. Ook het gebruik van de anticonceptiepil daalde. In 2022 gaf 61,9% van de jongeren aan de anticonceptiepil te gebruiken, terwijl dat in 2018 nog 67,5% bedroeg.”

Boris Cruyssaert, woordvoerder van Sensoa: “De daling van condoomgebruik en de pil kan te wijten zijn aan een stijging van het gebruik van andere anticonceptiemiddelen. In het onderzoek van 2022 is het gebruik van andere anticonceptiemiddelen echter niet gemeten, en we weten dus niet wat meespeelt. Meisjes kunnen alternatieven zoeken omdat ze geen hormonale anticonceptie meer willen nemen of gewoon op zoek zijn naar een anticonceptiemiddel dat beter bij hen past. Relationele en seksuele vorming blijft cruciaal om jongeren bewuste keuzes over condoom- en anticonceptiegebruik te helpen maken. Sensoa lanceerde daarvoor in april nog leerlijnen die leraren helpen om dit bespreekbaar te maken. Sensoa werkt ook aan een bevraging bij 16- tot 80-jarigen om meer inzicht te krijgen in hoe mensen condoomgebruik beleven. Dit zal inzichten opleveren waarmee we onze preventiestrategieën verder kunnen afstellen.”

Meer rapportage van grensoverschrijdend gedrag

Het aandeel jongeren dat in 2022 minstens één of meerdere keren op een ongewenst seksuele manier werd aangeraakt, bedroeg 26,3%. In 2018 was dat aandeel nog 18,9%. Het percentage jongeren dat aangaf verplichte seksuele aanrakingen (één keer of meer) te moeten doen, steeg van 6,9% in 2018 naar 10,9% in 2022. Meisjes rapporteren vaker met deze vormen van grensoverschrijdend gedrag geconfronteerd te worden dan jongens.

Boris Cruyssaert: “We zagen deze cijfers al stijgen in het eerdere onderzoek van 2018. Dit kan te wijten zijn aan een grotere bereidheid om dit te bespreken bij jongeren en volwassenen sinds #MeToo in oktober 2017. In het rapport van 2018 waren de percentages jongeren die niet wensten te antwoorden ook ietsjes hoger dan in 2022, wat mee kan wijzen op een verhoogde bespreekbaarheid tegenover vroeger. Of er ook sprake is van een verhoging van het aantal effectieve gevallen van grensoverschrijdend gedrag, is moeilijk te zeggen. Jongeren worden er slachtoffer van, maar stellen zelf ook seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom is er onze e-learning over het Vlaggensysteem waarmee professionelen op hun eigen tempo leren hoe ze gepast op gezond en/of grensoverschrijdend seksueel gedrag van jongeren kunnen reageren.” 

Gender en seksuele voorkeur

In deze bevraging werd ook voor het eerst gepeild naar de genderidentiteit en de seksuele aantrekking van de jongeren. Een klein aandeel 3,0%) van de jongeren werd geïdentificeerd als transgender en genderdivers. De meerderheid van de jongeren (88,2%) was heteroseksueel,7,7% was holebi en 4,2% voelde zich nog tot niemand aangetrokken.

Vlaamse jongeren rapporteren algemene tevredenheid, maar meer mentale en fysieke klachten

In een 4-jaarlijkse internationale studie werden 20.000 Vlaamse jongeren tussen 11 en 18 jaar in 2022 bevraagd naar hun mentale, sociale en fysieke welzijn. Ongeveer 9 op de 10 geven aan zich tevreden te voelen met hun leven en iets meer dan 8 op de 10 geeft aan een goede tot uitstekende fysieke gezondheid te hebben. Maar het rapport bevestigt ook eerdere signalen uit de hulpverlening en uit internationaal onderzoek: in de nasleep van de COVID-pandemie rapporteren jongeren beduidend vaker mentale en fysieke klachten zoals slaapproblemen of zenuwachtigheid en hoofdpijn of rugpijn. 1 op de 6 jongeren rapporteert ook zich eenzaam te voelen 

Hoofdonderzoeker dr. Maxim Dierckens: “In deze nieuwe resultaten zien we het mentaal en fysieke welbevinden van jongeren in Vlaanderen dalen. Ze rapporteren meer fysieke en psychologische klachten dan in 2018. De negatieve tendens die we al bij de studie in 2018 zagen, zet zich dus verder en werd vermoedelijk versterkt door de impact van COVID-19 op het leven van adolescenten. Over het algemeen zien we dat meisjes het moeilijker hebben dan jongens en meer klachten rapporteren. Ook oudere adolescenten hebben meer klachten dan de jongere tieners. Dit is een internationale studie, maar de internationale resultaten zijn nog niet beschikbaar. Wel zien we dezelfde tendensen in de rapporten van andere landen zoals Finland, Nederland en Estland.”

Hilde Crevits, Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin: “Via o.a. de HBSC-studie volgen we daarom zeer nauw op hoe het met onze jeugd gaat. Gelukkig blijft het overgrote deel van de jongeren hun globale toestand als gezond beoordelen. Maar dit rapport bevestigt ook signalen die wel al kregen uit de hulpverlening en die we ook in internationaal onderzoek lezen: de coronapandemie laat een impact na op het mentale en fysieke welbevinden van onze jongeren en het meeste bij de meisjes. We hebben al heel wat initiateven lopen voor de veerkracht van jongeren, met recent nog initiatieven naar scholen zoals Geluk in de Klas, Expeditie Geluk en een onderzoek in samenwerking met het Departement Onderwijs om scholen te ondersteunen bij het opmaken van een preventief gezondheidsbeleid. We zullen het beleid ook evalueren en nieuwe acties opzetten naar aanloop van het aflopen van de huidige gezondheidsdoelstelling rond gezonder leven. Fysiek en mentaal welbevinden zijn ook met elkaar verbonden. Gezonde voeding en lichaamsbeweging bevorderen helpt dus ook de mentale gezondheid. Zo’n brede internationale tendens kan je natuurlijk niet op korte termijn keren, maar vraagt aandacht vanuit de hele maatschappij.

Resultaten voor mentaal en sociaal welzijn

De meerderheid van de jongeren (90,6%) was in 2022 vrij tevreden over hun leven, al was er ten opzichte van 2018 een kleine afname (toen 92,8%).

Meer jongeren gaven echter mentale klachten aan:

  • 29,4% voelde zich meermaals per week humeurig (21,4% in 2018)
  • 31,0% voelde zich meermaals per week zenuwachtig (21,6%, in 2018)
  • 19,7% voelde zich meermaals per week ongelukkig (14,1% in 2018)
  • 32,0% ervoer meermaals per week moeilijkheden met inslapen (26,6% in 2018)

Dr. Dierckens: “Vooral het stijgend percentage jongeren dat kampt met zenuwachtigheid valt op. We zien ook een sterke toename in zelfmoordgedachten van 17,6% in 2018 naar 22,3% in 2022 en het percentage jongeren dat aangaf geprobeerd te hebben zichzelf te beschadigen, steeg van 14,5% naar 18,8%.

Meer klachten bij meisjes

Voor al die categorieën rapporteren meisjes beduidend vaker deze klachten dan jongens.

Dr. Dierckens: “Veel meer meisjes rapporteren mentale klachten dan jongens. 40% van de meisjes zegt bijvoorbeeld zich zenuwachtig te voelen ten opzichte van ongeveer 20% jongens. Ook zelfmoordgedachten en slaapproblemen komen vaker voor bij de meisjes. We zien ook dat meisjes minder vaak dan jongens aangeven zich gelukkig te voelen: 76,1% van de jongens voelt zich meestal gelukkig tegenover 58,9% van de meisjes. Maar zowel bij de jongens als de meisjes kijken ruim meer dan 9 op de 10 hoopvol naar de toekomst.”

Ongeveer 16% van de jongeren gaf aan zich eenzaam gevoeld te hebben in de voorbije twaalf maanden met opnieuw duidelijke verschillen naargelang geslacht. Eén op tien (10,0%) jongens was eenzaam, tegenover meer dan één op vijf (21,6%) meisjes.

11- tot 12-jarigen scoorden over het algemeen beter dan 17- tot 18-jarige adolescenten. Algemeen was het mentaal en sociaal welzijn ook beter bij jongeren uit het aso dan bij jongeren uit het bso en het tso.

Resultaten voor fysiek welzijn

Op het vlak van fysiek welzijn stelt de studie dezelfde tendensen vast.

De meerderheid van de jongeren gaf aan een goede tot uitstekende gezondheid te hebben (82,7%) en dit percentage bleef stabiel in 2022 ten opzichte van 2018 (82,6%).

Fysieke klachten evolueerden echter in de negatieve zin ten opzichten van 2018:

  • 19% voelde meermaals per week hoofdpijn (12,2% in 2018)
  • 12,7%, voelde meermaals per week buikpijn (7,8% in 2018)
  • 17,4% voelde meermaals per week rugpijn (12,4% in 2018)
  • 15,0% voelde meermaals per week duizeligheid (8,5% in 2018)

Dr. Dierckens: “Hier is vooral het stijgende aantal klachten over duizeligheid opvallend. In lijn met de resultaten van mentaal en sociaal welzijn, scoorden de jongens in vergelijking met de meisjes ook beter op het vlak van fysiek welzijn. En ook hier zien we dat het fysiek welzijn beter was bij de jongste leeftijdsgroep en slechter bij de oudere leeftijdsgroepen en een duidelijke kloof naargelang onderwijsvorm.”